Gisteren waren Koen van Ghyseghem en ik in Brussel bij de studiedag rond werkbaar werk in het onderwijs. We waren te gast bij de Vlaamse overheid. Los van het feit dat we ongeveer twee en een half uur treinen erop hadden zitten toen om half tien de eerste sessie begon, was het de moeite waard om er te zijn. De conclusie van de dag is, dat voor ons duidelijk – nog duidelijker – werd dat De OnderwijsTafel begint waar anderen stoppen. Ik probeer onder woorden te brengen wat de onderscheidende propositie van De OnderwijsTafel is ten opzichte van de Vlaamse zienswijzen die we deze dag in uiteenlopende presentaties hebben vernomen.
Het vertrekpunt van de conferentie was dat werken in onderwijs boeiend is, maar uitdagend. En, zo vervolgt de organisatie van de werkconferentie, ‘daarom is het belangrijk dat je je goed voelt op het werk.’ Wat hier eigenlijk moet staan is dat werken in onderwijs stressvol is, mensen burn-out raken en dat de dynamiek in de klas knetter lastig is met kinderen die flippen omdat ze van alles meemaken waar ze van slag van raken, maar dat zeg je niet in Vlaanderen, dat is les 1 die ik leerde.
Dus schrijft de organisatie dat het nodig is om een dag te organiseren over ‘werkbaar werk’ dat is werk dat geen overmatige stress oplevert, kansen biedt, motiverend is en een goede werk-privé balans in zich draagt, kortom het wordt een dag vol positieve psychologie. ‘Bij werkbaar werk beleef je meer plezier in je job, blijf je langer aan de slag, ben je gezonder en leer je meer bij.’ De organisatie belooft een dag vol inspiratie van ‘goede praktijkvoorbeelden, tips van experten en grote en kleine acties die je kan ondernemen om het welbevinden van jezelf en je collega’s te verhogen en het werk binnen je onderwijsinstelling werkbaar te houden.’
De OnderwijsTafel begint waar anderen stoppen. Het eerste voorbeeld komt van de eerste spreker, Wim Hanssens. Hij is werkzaam in een equivalent van het Nederlandse MBO. Hij noemde voorbeelden van stresssituaties in de klas: dakloze kinderen, misbruik, armoede, het hele scala kwam langs. Als gevolg van het niet kunnen hanteren van de stress kreeg de school te maken met uitval van docenten en leerlingen. Het antwoord van de school op deze problematiek werd met ons gedeeld.
De school erkent dat er sprake is van grensoverschrijdend gedrag, dat negatief effect heeft op docenten en leerlingen. Het grensoverschrijdend gedrag kost zoveel energie, negatieve aandacht en tijd dat voor leren bijna geen ruimte meer was. De school heeft toen besloten om de methode Life Space Crisis Intervention (LSCI) te implementeren met als doel te komen tot zelfregulerend op waarden gebaseerd gedrag in de school.
De methode ‘maakt mensen sterker in het omgaan met stress, her-installeert een gevoel van verbondenheid en veiligheid en het stimuleert transitie van het verbannen van negatief gedrag naar aanbieden van zorg en positieve aandacht’. LSCI voorziet in een stappenplan bij crisis dat bestaat uit: ontladen, samen terugkijken en een tijdlijn maken, zoeken naar het centrale thema, komen tot inzicht, en het aanrijken van nieuwe vaardigheden eindigend bij de transfer naar het leren.
LSCI wordt ingezet wanneer een docent aangeeft dat er een grens wordt overschreden. Waar de grens ligt, is geen onderwerp van gesprek. Hier heeft Koen op doorgevraagd. De herkomst van grenzen wordt niet onderzocht, besproken en gedeeld. ‘Wij zijn geen therapeuten’. ‘Collega’s mogen zelf aangeven waarover ze willen spreken’ was het antwoord.
En dan denk ik: wie begint? Wie durft? Wie durft te laten zien dat een grens overschreden is en dat hij geraakt is? Wie heeft geen schroom om te spreken over wat er in je leeft in een omgeving waar dat niet gebruikelijk is? Wie is er niet terughoudend met delen als je het gevoel hebt dat collega’s er niet op zitten te wachten? En tegelijkertijd weet ik uit eigen (school)ervaring hoe bevrijdend het is om juist wel daarover te spreken, om tijd en ruimte te maken voor zaken die je raken, waar je mee zit. Om samen te verkennen waar grenzen liggen en erachter te komen dat je niet de enige bent die daarmee worstelt. Het samen onderzoeken van grenzen leidt tot meer bewustzijn en helpt docenten om hun grenzen te bewaken, zo is ook mijn ervaring. Het delen van grenzen en waar deze vandaan komen, leidt tot wederzijds begrip in het team en vergroot draagkracht dat zich naar de student manifesteert in openheid, duidelijkheid en eensgezindheid.
Hier ligt de kracht van De OnderwijsTafel: faciliteren van het gesprek onder collega’s over kwetsbaarheid, zorgen dat erover gesproken mag worden, creëren van een prettige sfeer van vertrouwdheid waar niemand zich opgelaten voelt. Een moment van aandacht voor elkaar, gehoord en gezien worden over persoonlijke onderwerpen waar je niet zomaar over spreekt, maar die er wel toe doen.
Kortom LSCI is een systeem-oplossing die docenten in hun functie helpt om het probleem van grensoverschrijdend gedrag te managen. Wanneer de school investeert in de oplossing op het niveau van de docent als mens, dan zal er wezenlijk iets veranderen omdat de oplossing is gebaseerd op zelfkennis en bewustzijn. Daarmee worden docenten pas echt sterker gemaakt in het omgaan met stress en krijgt het gevoel van veiligheid en verbondenheid fundament. En volgens mij maakt dat werk wezenlijk werkbaar!
Voorbeeld twee: een presentatie over een beweging die zich @zotvanwerk noemt (positief bedoeld) en ons bevroeg op ‘goesting in het onderwijs’, met andere woorden waar word je blij van en wat geeft arbeidssatisfactie? Daar werden herkenbare zaken genoemd zoals: steun krijgen van team en directie, passie voor het vak, ruimte krijgen om zelf invulling te geven aan werk, de mogelijkheid om te blijven leren, inspirerende collega’s. Het was een prachtig rijtje. Niemand die zich afvroeg waar dit rijtje vandaan komt en hopla we doken meteen op de oplossingen. Structuur, cultuur, systemen … er werd een heuse ‘tempel van goesting’ opgetuigd met veel regelmogelijkheden voor iedere docent en hoge verwachtingen wat taakeisen betreft voor de nodige uitdaging en ook nog optimale ondersteuning van collega’s en leidinggevenden. Business as usual was het volgens Tom van Acker, de spreker, allerminst want alle structuren werden zorgvuldig onderzocht en herschikt. Plakken in plaats van knippen – samen competent- was zijn devies zo ontstonden er multidisciplinaire teams rond klassen in langdurige relatie met de leerling over jaren heen.
Ook hier was de systeemoplossing troef en bleef de mens als bron van diepe verandering onaangeroerd. Je afvragen waar het verlangen vandaan komt om nabij te zijn, gepassioneerd te werken, autonomie te hebben en te blijven leren is er niet bij. Laat staan de angst voelen om niet aan dit ideaalbeeld te voldoen. En juist dit is wat er moet gebeuren om de docent in zijn kracht te zetten. Herkennen en erkennen wat er leeft en op basis daarvan een keuze maken voor nabijheid, passie, autonomie en alle andere verlangens maakt dat docenten ongeacht systeem en structuur bewuste keuzes maken. De diepe bron van goesting in het werk is de mens en niet het systeem. De OnderwijsTafel heeft als missie de diepe – duurzame- wezenlijke bron van verandering in mensen aan te boren in plaats van oppervlakkige herschikking van structuren en systemen.
De laatste presentatie was een kleurrijk gebeuren met de vogel als doorlopend element: de vogelkooi (waar we in gevangen zitten uiteraard), de boom met vogels van verschillende pluimage en on top of that zaten er twee vreemde vogels van De OnderwijsTafel in het publiek!
Annick Jehaes presenteerde zich als een enthousiaste wiskunde docent die ons meenam in haar zoektocht naar waar het in het onderwijs werkelijk over gaat.
Ze had zich voorgenomen om het simpel, makkelijk en beeldend te maken. Dat resulteerde in vooral spreken over het positieve, samen naar oplossingen zoeken, reflecteren op datgene waar je energie van krijgt. Niet piekeren en niet in je hoofd blijven malen. Op zoek naar flow als resultante van vaardigheid en uitdaging. Ze deed met ons een spel over waarden waarin aanwezigen een waarde mogen uitspreken met als winst is dat je erachter komt dat docenten vanuit verschillende waarden lesgeven ‘hoe boeiend voor leerlingen dat ze die rijkdom mogen ervaren!’. ‘Wanneer vertellen we elkaar wat we belangrijk vinden?’
En daarmee was de grens van het toelaatbare bereikt. Koen vroeg of er doorgevraagd mocht worden maar volgens de spreekster zit daar niemand op te wachten, althans in Vlaanderen niet.
En ook hier voelden we de uitdaging om door te pakken: het plezier waarmee je werkt onderzoeken vanuit angst, boosheid en verdriet om zo te onderscheiden waar je voor wilt staan, wat je lief is, wat je niet wilt verliezen. Diep van binnen durven voelen dat je wereld niet perfect is, dat perfect life niet bestaat, dat iedereen deuken en krassen oploopt in zijn leven die resoneren in werk, in doen en laten. En vanuit dit besef kiezen voor het leven. We hebben als OnderwijsTafel een wereld te winnen en onze missie is pas net begonnen!
Martine van Bouwdijk Bastiaanse
November 2019